vrijdag 22 januari 2010

Berekenen van prijs-elasticiteiten (4 vwo)


De prijselasticiteit van de vraag, of nauwkeuriger de prijselasticiteit van de gevraagde hoeveelheid geeft de relatieve (procentuele) verandering van de gevraagde hoeveelheid aan als gevolg van een relatieve (procentuele)prijsverandering van dat goed. Met deze uitkomst kan een inschatting worden gemaakt of een prijsverandering leidt tot een stijging van de omzet of juist tot een omzetdaling.

Berekening en betekenis
Het gaat hier om twee begrippen die in causaal verband tot elkaar staan en met elkaar worden vergeleken. Wiskundig gebeurt dit door de begrippen te delen, waarbij het gevolg (de relatieve hoeveelheidsverandering) steeds boven de streep en de oorzaak (relatieve prijsverandering) steeds onder de streep staan. In formulevorm:

\text{prijselasticiteit} = \frac{\text{procentuele verandering gevraagde hoeveelheid}}{\text{procentuele verandering prijs}}

Voorbeeld: de prijs van goed A stijgt van €2,- naar €2,20, daardoor daalt de gevraagde hoeveelheid van 200 kg naar 150 kg. De prijselasticiteit wordt dan

\text{prijselasticiteit} = \frac{-25%}{+10%} =-2,\!5

Elastische of inelastische reactie?
De gevraagde hoeveelheid reageert meestal tegengesteld op een verandering van de prijs. Als de prijs van een goed stijgt, daalt de gevraagde hoeveelheid, als de prijs daalt, stijgt de gevraagde hoeveelheid. Wiskundig wordt die tegengestelde reactie weergegeven door het min-teken in de elasticiteitsuitkomst.

Elastische reactie: Er is sprake van een elastische reactie als de verandering van de gevraagde hoeveelheid relatief groter is dan de relatieve prijsverandering. De gevraagde hoeveelheid reageert sterk op de prijsverandering (zoals in het voorbeeld een stijging van 10% in prijs leidt tot een daling van 25% in vraag). De uitkomst zal altijd meer negatief zijn dan -1, ofwel absoluut gezien altijd groter zijn dan |1|.

Inelastische reactie: Men spreekt van een inelastische reactie als de verandering van de gevraagde hoeveelheid relatief kleiner is dan de relatieve prijsverandering. De gevraagde hoeveelheid reageert

nauwelijks op de prijsverandering. Voorbeeld: bij een prijsdaling van 10% stijgt de gevraagde hoeveelheid met 5%, de waarde van de elasticiteit is dan 5/-10=-0,5. De gevraagde hoeveelheid reageert prijsinelastisch op de prijsverandering. De uitkomst ligt altijd tussen 0 en -1.

De uitleg door gast docent Michiel: