Ricardo ontwikkelde de theorie van comparatieve (of relatieve) kosten verschillen en meende, terecht, dat internationale handel een win-winsituatie oplevert voor de betrokken landen. Het principe van de relatieve kostenverschillen haalde de opvatting uit het koloniale tijdperk onderuit die handel als eenzijdig zag en die bepaalde dat handel moest worden ingesteld om het moederland te bevooroordelen, ten nadele van de kolonie.
Bovendien analyseerde Ricardo het economische fenomeen van verminderde opbrengsten, dat verklaart waarom de opbrengsen lager worden en daarmee de kosten hoger als je de productieniveaus verhoogt. Hij was ook al vroeg een sterk voorstander van de kwantiteitstheorie van geld (het idee dat het verhogen van de geldtoevoer de prijzen opdrijft).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten