donderdag 24 september 2009

Internationale handel

Handelsmissie China, match-making tussen bedrijven

Het Ministerie van Economische Zaken organiseert regelmatig handelsmissies. Bijvoorbeeld naar China. In deze clip zie je wat er gebeurt tijdens zo'n missie.



Steeds meer ondernemingen richten zich op China, deels omdat ze denken daar goedkoper te kunnen produceren, maar ook omdat ze hopen in China een nieuwe afzetmarkt te vinden. En daarom organiseert het Ministerie van Economische Zaken regelmatig handelsmissies.

Een handelsmissie heeft verschillende doelen. Allereerst voor het bedrijfsleven wat mee gaat op reis om te zorgen, dat zij goede contacten kunnen leggen met in dit geval Chinese partners, mensen met wie ze kunnen exporteren, importeren. Het andere doel van deze reis is om Nederland goed op de kaart te zetten hier in China. Nederland als investeringsland, dus als Chinese bedrijven zich graag zouden willen vestigen in Nederland laat ik zie hoe aantrekkelijk het is om in Nederland te gaan zitten als Chinees bedrijf. Als je de Europese markt wilt bedienen, dan kun je met Schiphol, met de haven van Rotterdam, kun je heel goed vanuit Nederland vertrekken.

De belangrijkste activiteit van ondernemers tijdens de handelsmissie is het ontmoeten van mogelijke Chinese zakenpartners. Tijdens zogenaamde match-making-sessies krijgen ze 45 minuten de tijd om kennis te maken en om erachter te komen of ze misschien kunnen samenwerken.


Europees Landbouwbeleid, de gevolgen voor de Nederlandse melkveehouders

Er gaat met het nieuwe landbouwbeleid een hoop veranderen voor de Nederlandse boeren. Subsidies gaan verdwijnen en dat zal grote gevolgen hebben voor de manier van produceren, maar er zijn ook nieuwe kansen.



Er zijn in Nederland begin 2006 ongeveer 22.000 melkveebedrijven, maar er stoppen ongeveer 10 boeren bedrijven per dag.

Dat heeft o.a. te maken met de Wereld Handels Organisatie, de WTO, en de Europese Unie want zij zijn overeengekomen dat de inkomenssteun en landbouwsubsidies aan de boeren moet worden afgebouwd.

Cees Veerman Minister van Landbouw , Natuur en Voedselkwaliteit:
Ja, als je nou kijkt in die mooie gebieden die we zo mooi vinden, waar koeien in de wei lopen, dan is dat heel moeilijk om daar te blijven boeren als die prijzen voortdurend maar blijven dalen. Dus moeten we, willen we die boeren daar houden, ze een financieel steuntje in de rug geven, maar niet meer via een hogere melkprijs, want dat kan niet, want we moeten naar de wereldmarktprijs toe om die markttoegang te realiseren, maar een rechtstreekse toeslag b.v. in de vorm van een toeslag per koe of een toeslag per ha.

We hoeven dus niet bang te zijn dat de koeien en boeren helemaal uit Nederland zullen verdwijnen.

Het economisch effect van een goede infrastructuur

Nederland is door zijn ligging en zijn wereldhaven een echt transportland. Deze infrastructuur zorgt voor betere mobiliteit, tijdwinst en minder kosten. Nederland heeft daardoor een goede concurrentiepositie.


Nederland is door zijn ligging en zijn wereldhaven een echt transportland. Deze infrastructuur is voor de economische ontwikkeling van Nederland van levensbelang. Maar infrastructuur is kostbaar en de overheid kan dit niet alleen betalen. Daarom wordt er soms tol geheven.

De Kiltunnel bij Dordrecht is zo'n toltunnel. Door de tolheffing betalen de burgers en ondernemers zelf mee aan deze verbetering van de infrastructuur.

Een goede infrastructuur zorgt voor betere mobiliteit, tijdwinst en minder kosten en daardoor een verbetering van de concurrentiepositie in de regio. Dat er geïnvesteerd wordt in de infrastructuur is voor de economische ontwikkeling van een land dus van groot belang.



Infrastructuur, de geschiedenis van de infrastructuur in Nederland


Het openbaar vervoer in Nederland bestond lang geleden uit trekschuiten. Napoleon en Koning Willem I zorgden ervoor dat we een uitgebreid wegennet kregen.



Van oudsher was Nederland al uitgerust met een bijzondere infrastructuur. Met de trekschuit had Nederland in 1630 een uniek openbaarvervoerssysteem. Het heeft er zelfs aan bijgedragen dat we ons in de 17de eeuw ontwikkelden tot het meest welvarende land van Europa. Maar echt snel ging het natuurlijk niet.

De landwegen stelden toen niets voor. Ze dienden voornamelijk als verbinding tussen de trekvaarten.

Tijdens de Franse overheersing werd in 1811 onder Napoleon het Nederlandse rijkswegennet opgenomen in het wegenstelsel van het Franse keizerrijk. De wegen waren voor de verdediging en de politieke eenwording van zijn keizerrijk van groot belang. En zo kwam er een rijksweg van Parijs naar Amsterdam.

Koning Willem I nam het plan voor de Rijkswegen over en in 1814 werd een nationaal netwerk van "groote wegen" gepresenteerd. Het Rijk legde nieuwe wegen aan, gefinancierd uit leningen die door het heffen van tol werden afgelost.

Door de komst van de snelle spoor- en tramwegen in 1839 nam het verkeer over de weg af. En in 1899 werden de Nederlandse wegen tolvrij.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten