donderdag 7 januari 2010

De Lorenzkromme



Kromme waarmee de scheefheid van een verdeling zoals bijvoorbeeld de scheefheid van de inkomensverdeling in een land kan worden uitgebeeld.

In het laatste geval zijn langs de horizontale as de inkomenseenheden afgezet. Hoe hoger het inkomen, hoe verder naar rechts de inkomenseenheid is gerangschikt. De verticale as laat zien welk aandeel de inkomenseenheden in het totale inkomen hebben.

Verdient elke eenheid evenveel, dan resulteert een rechte lijn, met een hoek van 45 graden: de eerste tien procent van de huishoudens hebben tien procent van het totale inkomen, de eerste twintig procent heeft twintig procent van het totale inkomen, en zo verder. Zodra sprake is van inkomensongelijkheid, ontstaat een kromme onder de 45-gradenlijn. De ‘buikigheid’ van de kromme geeft de mate van scheefheid weer. Hoe groter de oppervlakte tussen de kromme en de 45-gradenlijn, hoe groter de inkomensongelijkheid is. De kromme krijgt pas betekenis door verschillende curven met elkaar te vergelijken. Bijvoorbeeld van inkomensverdelingen in de loop van de tijd, vergelijkingen tussen landen of vergelijkingen vóór en na belastingheffing.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten