zondag 13 september 2009

Hyperinfaltie in Duitsland na WO I

Het komt regelmatig ergens in de wereld voor dat mensen het vertrouwen in het geld verliezen. Een van de bekendste voorbeelden speelde zich in Duitsland af, tussen 1918 en 1923. In Duitsland gebruikte men de Mark als betaalmiddel. We nemen de prijs van een ei als voorbeeld. In 1914 kostte een ei in Duitsland 0,08 Reichsmark. In 1918 was de prijs van een ei gestegen tot 0,25 Reichsmark. De Duitsers raakten hun vertrouwen in de Reichsmark een beetje kwijt. Vier jaar terug kregen ze nog dik twaalf eieren voor een ReichsMark, nu nog naar vier. Maar het zou nog veel erger worden. In 1922 was de prijs gestegen tot 180 Reichsmark, in de zomer van 1923 tot 5000 Reichsmark, drie maanden later tot 80 miljard Reichsmark! Veel Duitsers vertrouwden het geld niet meer. Ze schakelden over op de ouderwetse ruilhandel.

Is je engels goed genoeg bekijk dan deze korte film over deze hyper inflatie:


Hoe zou dat vandaag de dag werken?
Stel, je ziet de hyperinflatie aankomen. Wat dan te doen? Je leent bij de bank een miljoen euro en koopt een kasteel en een kip. Vervolgens komt de hyperinflatie en stijgt de prijs van een ei naar 1 miljoen euro. De kip legt een ei, je verkoopt het ei voor 1 miljoen euro, en lost daarmee je schuld bij de bank af. Dankzij de hyperinflatie ben je opeens een kasteeleigenaar zonder schuld! De clou van het verhaal is natuurlijk dat bij hyperinflatie de interne waarde van de munt instort, waardoor alle schulden en spaargelden waardeloos worden. Mensen zijn hun spaargeld kwijt, maar ook hun schulden.